Overslaan en naar de algemene inhoud gaan

Oostendse bouwgroep Versluys moet terrein aan Oosteroever in ere herstellen

Oostendse bouwgroep Versluys moet terrein aan Oosteroever in ere herstellen

Nieuws
22/09/2022

Het bewuste terrein ligt op de Oosteroever, waar Versluys de laatste jaren enkele nieuwe woontorens bouwde die de buurt een nieuw uitzicht gaven. Groep Versluys wil dat project afwerken met een woontoren van veertig verdiepingen. Maar die zou dus komen op een gebied dat beschermd is sinds 1976.

De omvang van het laatste bouwproject moet blijken uit het milieueffectenrapport: veertig bouwlagen, 1.200 appartementen, een hotel, luxekantoren, handelsruimte en een parking voor 1.500 auto's. Maar volgens een Koninklijk Besluit mag je op die plaats niets bouwen, maar ook geen beplanting wijzigen en bestaande bomen alleen te snoeien volgens wat nodig is.

Terrein al bouwklaar

Groep Versluys wachtte het Ruimtelijk Uitvoeringsplan en de omgevingsvergunning niet af, en maakte het terrein al bouwklaar, de bodem is al verhard. Dat gebeurde dus zonder vergunning, de dienst Handhaving van de stad Oostende maakte een proces-verbaal en heeft dat volgens Apache overgemaakt aan het parket. De herstelwerken moesten al gebeurd zijn, maar ook dat is niet het geval.

Reactie Versluys

Groep Versluys reageert aan onze redactie: "Wij hebben de vuile boel aan het Vuurtorendok-West in juni opgeruimd en bedekt met gemalen steenpuin, die grond is onze eigendom. Wij hebben niets fout gedaan en hebben bij ons weten voor het nivelleren van dat perceel geen omgevingsvergunning nodig. Een woontoren van 40 bouwlagen is nog lang niet zeker, we sleutelen aan verschillende ontwerpen in de lijn van de andere bouwprojecten op Oosteroever."

"Wie daar achter zit weet ik niet, we kennen er wel een aantal die 15 jaar geleden ook al tegen onze projecten zijn," zegt Peter De Decker van de Groep Versluys. Die komen nu weer boven tot onze verbazing. Mischien zit er ook iets plitiek .

De zaak zit intussen bij het parket van Kortrijk en ook de omgevingsinspectie en het Agentschap Onroerend erfgoed volgen alles op de voet.