Overslaan en naar de algemene inhoud gaan

Minister Diependaele wil iconische frituren beschermen: in Brugge komen er 6 in aanmerking

Minister Diependaele wil iconische frituren beschermen: in Brugge komen er 6 in aanmerking

Nieuws
28/05/2023

De frietcultuur, zowel het ambacht van het frieten bakken als de hele frietbeleving die erbij hoort, is erkend als immaterieel erfgoed. Er is geen gemeente in Vlaanderen waar geen frituur te vinden is. Frietkoten bepalen mee het straatbeeld van onze dorpen en steden. Daarom wil Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele de meest authentieke frituren beschermen. “De Vlaming is verknocht aan zijn frituur. Hoeveel gezinnen hebben er niet een vaste weekdag waarop ze frietjes halen bij de frituur? Het is een levende traditie in Vlaanderen.”, zegt minister Diependaele. “Toch lezen we regelmatig in de media dat er weer een frietkot verdwijnt. Ik vind het dan ook logisch dat we naast kerken en kastelen ook enkele van de meest typische frituren beschermen.”

Volgens frituristenfederatie Navefri zouden er van de ruim 4.500 frituren in ons land een kleine duizend losstaande frietkoten zijn. Maar dat worden er steeds minder. Elke gemeente kent wel een frietkot dat moest wijken voor een heraanleg van een plein of om een andere reden is verdwenen. Hoog tijd dus om enkele van deze typische frituren voor de toekomst te bewaren.

Steun van lokale besturen 

Het agentschap Onroerend Erfgoed zal onderzoeken welke historische frituren in aanmerking komen voor een bescherming als monument. Daarvoor roept minister Diependaele de hulp in van de lokale besturen: “Ik wil de Vlaamse lokale besturen actief betrekken om de meest historische frietkoten in kaart te brengen. Het is uiteraard niet de bedoeling om alles te beschermen. We kiezen enkel voor de echte pareltjes. Wel wil ik een mooie staalkaart samenstellen voor volgende generaties, ik ga ervan uit dat we finaal een vijftal frituren zullen beschermen.” In Brugge komen nog zes frietkoten in aanmerking.

(lees verder onder de foto)

Zowel de losstaande frietbarak als de inpandige frituur komen in aanmerking. De historische frituur moet enige traditie kennen en reeds uitgebaat zijn sinds 1985 of vroeger. Lokale besturen kunnen tot 18 juni hun voorstellen voor bescherming bezorgen aan het agentschap Onroerend Erfgoed. Dat gaat met de inzendingen aan de slag en legt eind oktober een selectie van historische frietkoten voor waarvoor een beschermingsprocedure opgestart kan worden. Het is belangrijk dat frituristen geen hinder ondervinden van de bescherming en gewoon door kunnen gaan met het bakken van heerlijke frieten. Daarom wordt de sector nauw betrokken bij dit onderzoek.

 

Auteurs: 
Bernard Vaneuville